Rob de Nijs 75: 'Denk maar niet dat je van me af bent'

Voor het album werkte Rob de Nijs samen met diverse artiesten, van Frédérique Spigt en Jan Rot tot Daniël Lohues en Paskal Jakobsen. Ook zijn ex-vrouw Belinda Meuldijk, moeder van hun zoons Robbert (34) en Yoshi (31), was weer bereid teksten te schrijven, maar liefst zeven van de twaalf songs. Ze zijn weer goed met elkaar, nadat hij tijdens hun huwelijk een geheime relatie was begonnen met Henriëtte, zijn huidige vrouw, met wie hij Julius kreeg. ,,Het had nooit zo uit de hand mogen lopen'', bekent hij nu. ,,Ik werd verliefd op Jet en dat stiekeme heeft veel pijn gedaan en veel energie gekost. Ik ben zo blij en dankbaar dat we nu, als één familie, weer met elkaar omgaan.”

Belinda, die in voorgaande jaren altijd voor hem schreef, kwam met confronterende nummers. ,,Zij schrijft om aan te raken”, zegt De Nijs en wijst op Zwanenmeer en Papa-Oto. ,,Zwanen, je ziet ze met hun halzen om elkaar heen draaien. Ze staan voor monogamie, blijven hun hele leven bij elkaar, waar mensen af en toe zo veel moeite mee hebben. Met Jet ben ik nu, alles bij elkaar, zo’n 25 jaar. Flirten doe ik nog steeds, maar verder ga ik niet. Ze hoeft zich geen zorgen te maken.”

Met Papa-Oto brengt Belinda hem terug naar het verleden waarin Rob de Nijs vaak ‘weg en onderweg was’. ,,Ik was bezig met mijn carrière, met geld verdienen voor mijn gezin. Voor Robbert, mijn oudste zoon, was ik ‘papa oto’.”

Uitgerekend met Robbert zingt hij dit lied. ,,Dat duet was een geweldige ervaring. Hij heeft geen ambities om op te treden. Heeft hij nooit gehad. Hij woont en werkt in Rotterdam, in de horeca. Zijn lust en zijn leven. Ik laat hem vrij in wat hij wil. Dan ben je het gelukkigst. Ik denk ook niet dat hij jaloers is op Julius nu. Hij begreep het toen en nu ook.”

Natuurlijk is hij kwetsbaarder geworden, beseft hij. ,,Vroeger ging iedereen dood, behalve jij, dat idee had je. Nu ben ik nog steeds niet bang voor de dood, als hij maar niet te snel komt. Niet voor mezelf, maar voor mijn kinderen. Ik hoop dat ik er nog ben als Julius in de puberteit is. Om hem indrukken mee te geven, te praten en zeggen dat ik van hem heb gehouden. Dat als ik ga, dat erbij hoort. Maar Jet is 27 jaar jonger, hij is in goede handen.”

Eerst telt het nu, kerst, zijn verjaardag, het jubileumconcert op 6 januari in het Concertgebouw. ,,Het nieuwe materiaal geeft veel energie. Als je alleen maar aan het herkauwen bent, verdwijnt het enthousiasme. We zijn met de band al zo lang bij elkaar. Houden elkaar scherp. Ik heb tegen die jongens gezegd: ‘Als er ooit een moment komt dat het niet meer gaat: zeg het me in vredesnaam’. Maar de stem en conditie zijn nog goed, fysiek gaat het ook. Ik hoop dat de mensen in het Concertgebouw straks zeggen: jazeker, hij kan het nog steeds.''